Home » Review
Compania Sharon Fridman - NIDO/Rizoma. © Saris & den Engelsman

Vroeg uit de veren voor dans van Sharon Fridman

Joost Goutziers

Gezien op 10 juni, 05.00 uur - Oerol, Terschelling. 

Bij Sharon Fridman lijkt één lichaam geen lichaam. Maar vijftig  lijven, verbonden door aanraking, vormen bij deze Israëlische choreograaf een krachtige, ademende sculptuur. Dat was al duidelijk toen zijn gezelschap Compania Sharon Fridman in 2014 op het strand van Terschelling het zware zand en vooral de harde wind trotseerde met het oogstrelende Caida Libre. Ook daar waren zijn dansers onderdeel van een groter geheel, een hoger doel.

Dit jaar is het gezelschap terug op theaterfestival  Oerol met NIDO/Rizoma.  Deze voorstelling was al te zien in Madrid en Parijs, maar is aangepast aan het ruige duinenlandschap van Terschelling. En aan het alles bepalende ritme van de natuur. Het publiek moet vroeg voor uit de veren, NIDO begint al om vijf uur in de ochtend. Op het eiland is het dan licht, maar de omgeving moet nog ontwaken.

Compania Sharon Fridman - NIDO/Rizoma. © Saris & den Engelsman

Terug naar Terschelling, het nest

Voordat het publiek helemaal wakker is, komt het in een sacrale, contemplatieve sfeer, zo is de bedoeling. Dansers met warme dekens om de schouders verstrekken opdrachten: “sluit je ogen, let op je ademhaling, voel je voeten, let op de uitademing.” Als de ogen weer open zijn loopt iedereen – alleen met zichzelf – in een lange rij door de duinen, in het voetspoor van zijn voorganger.

Het is best een wandeling voordat  de vallei bij Arjensdune is bereikt. Daar zijn verschillende tribunes, beter gezegd: boomstammen met juten, die zijn gericht op een  grote speelplek met rookpluimen, windorgels, beschilderde stammetjes en een verdwaald orgel. Wat is dit? Een dorpsplein, een nest, zoals de titel 'NIDO' (Spaans voor nest) doet vermoeden?

Als uit de bossen een hoorn klinkt vult het gebied zich met dansers en komt een gemeenschap in beweging. Sommigen leunen met hun schouders  of  hoofden tegen elkaar en houden elkaar zo in evenwicht. Anderen lopen rond, praten alsmaar luider, heffen hun hoofd naar de hemel  en lijken  een onzichtbare kracht op te roepen.  En iets moet bijzonder krachtig zijn, want als de bijna vijftig dansers – professionals en amateurs - door de knieën zakken, vallen ze plots allemaal om.

Ze rollen naar elkaar, kruipen naar elkaar en  groeien uit tot een kruipende menigte. Op een van de ruggen van de dansers stapt een  dame met een onaanraakbare, alles beheersende uitstraling. De kruipende menigte is haar levend vervoersmiddel en ze beweegt langzaam door de vallei. Hier staat een koningin met haar onderdanen. Of het nu mensen zijn, mieren of wespen, de rolverdeling, de patronen en  onderlinge afspraken zijn duidelijk.

Waar voorheen uitsluitend de windorgels  hoorbaar zijn, pingelt  inmiddels een muzikant op de toetsen van de piano. En er zijn plots meer muzikanten: een trommelaar, een trombonist, een klarinettist.  Het is een aansporing om te rennen, te rollen en te duikelen.

Compania Sharon Fridman - NIDO/Rizoma. © Saris & den Engelsman

Zand, zweet en zwaaien

Dansen in de duinen, het is even iets anders dan op een vlakke vloer. Maar het biedt mogelijkheden: zo tonen de dansers van Fridman. Ze rennen door de vallei, rollen van heuveltjes, maken onderweg een koprol. En al lijkt het minder zwaar dan op het strand de dansers leggen grote afstanden af. Het stuk heeft de sfeer van een ritueel en die dansers die met lange, ranke takken draaien en zwaaien lijken te zijn weggelopen bij een folkloristisch dansgezelschap.

Vijftig dansers, een uitgestrekte  vallei, dat doet vermoeden dat NIDO/Rizoma een erg grote voorstelling is, een spektakel. Dat is het juist niet.  Het stuk begint ingetogen en blijft ingetogen, dat is de kracht, en daar kan het slot waar de dansers rennen en muzikanten zich ietsjes meer mogen uitleven weinig  aan veranderen. NIDO is verstild, klein en dat het publiek op grote afstand zit draagt daar aan bij.

Bovendien: spektakel, uitbundigheid, dat hoort misschien niet zo bij vijf uur in de ochtend.  Dat vroege tijdstip voegt iets toe aan de voorstelling. Als is het maar dat de toeschouwer zelf nauwelijks wakker is en hij het stuk met een bedwelmende sluier in het hoofd mag beleven. Daar past verstilling bij, vuurwerk en spektakel juist niet.