Home » Review
SPRING Nicole Beutler ECHO

Jan Martens en Nicole Beutler tonen fijnzinnige dans op SPRING

Zahira Mous

Op 28 mei vond tijdens SPRING festival in Utrecht een double bill plaats met choreografieën van Jan Martens en Nicole Beutler. Deze dansvoorstellingen hebben de hashtag #tenderdance met elkaar gemeen, wat in het programmaboek van SPRING wordt uitgelegd als ‘fijnzinnige dans’. Helaas is de hashtag daardoor niet veel duidelijker. Ode To the Attempt (solo for meself) van Jan Martens en 5: ECHO van Nicole Beutler verschillen in inhoud, vorm en tijdsgeest. Naar aanleiding van de hashtag verwacht ik dat er tederheid en fijngevoeligheid worden getoond, een verwachting die deels wordt waargemaakt.

Jan Martens danst uitnodigend zelfportret

Jan Martens creëert met Ode To The Attempt (solo for meself) een uitnodigend zelfportret, niet alleen als mens maar ook als dansmaker. Martens zit bij binnenkomst van publiek aan een kleine tafel, met daarop een laptop en een paar geluid– en lichtpanelen die hij zelf bestuurt. Hij maakt webcamselfies en glimlacht naar binnenkomende toeschouwers. Ik vind de hashtag nú al van toepassing. Martens heet ons vervolgens van harte welkom en typt op zijn computer – wat wij op het grote scherm geprojecteerd zien – een lijst van dertien pogingen (‘attempts’). 

Jan Martens SPRING Ode To The Attempt

Dertien pogingen in Ode To The Attempt

Tijdens één van zijn pogingen probeert Martens zijn ex ‘subtiel’ te laten weten hoe hij over hem denkt. Hij speelt een liedje af met de tekst “bloody mother fucking asshole” dat verschillende keren op nuchtere wijze wordt herhaald. Martens kijkt ons al knikkend aan van achter zijn techniektafel. Ik vind dit wel een mooi en persoonlijk moment, want het toont allicht iets over het dramatische einde van zijn relatie. 

Tijdens zijn negende poging - “An attempt to be provocative in a fun way” – rent hij in cirkels met ronddraaiende armbewegingen en veranderingen van richting. Terwijl hij rent trekt hij nonchalant zijn broek naar beneden. Een bungelende piemel komt voorbij denderen. Ik denk aan de tijd dat naakt op toneel als provocerend werd gezien en Martens piemel werkt ter illustratie van dat gedachtegoed. 

Vervolgens neemt hij voor zijn tiende poging - “An attempt to be soft and sweet and caring” - weer plaats achter zijn tafel, zet het licht aan op het publiek en vraagt: “Are you ok?” Rap gaat hij door naar het volgende punt. Deze overgang - en duidelijke illustratie van zijn poging om lief te zijn - zorgt voor een korte, welgemeende lach in het publiek, terwijl we nog aan het ‘bijkomen’ zijn van zijn provocerende penis. 

Ik geniet van de manier waarop Martens in Ode To The Attempt op simplistische wijze door middel van media, beweging en zichzelf te zijn de beschreven pogingen uitbeeldt. De pogingen zijn niet alleen een knipoog naar zijn statement “perfectie is saai,” maar dienen ook als een simpel draaiboek voor het maken van een dansvoorstelling. 

Dansgeschiedenis smelt samen met Nicole Beutlers 5: ECHO

Nicole Beutler is gefascineerd door choreografieën uit het verleden die een grote verandering teweegbrachten in de danswereld. Voor 5: ECHO creëerde Beutler een tweeluik: een ode aan het oeuvre van Koert Stuyf en Ellen Edinoff, gevolgd door een groepswerk gebaseerd op Vermiljoen (1978) van Bianca van Dillen. In eerste instantie lijken deze twee delen weinig met elkaar te maken te hebben, maar vanuit historisch oogpunt liggen er raakvlakken. Stuyf en Van Dillen verhuisden in de jaren ’70 beide naar New York om postmoderne danstraining te ontvangen van onder andere Merce Cunningham. 

Beutler laat Koert Stuyf en Ellen Edinoff herleven

Danseres Kelly Hirina belichaamt danspionier Ellen Edinoff in de openingssolo van 5: ECHO. Hirina komt, afgezien van haar hakken, naakt op en staat achter de microfoon met verentooi en witte doek in haar hand. Ze zegt dat verspilde tijd niet bestaat en staat dan stilzwijgend een tijdje achter de microfoon. Dit is in mijn optiek een directe referentie aan Ellen Edinoff die in 1962 minutenlang zwijgend op het podium stond en hierdoor veel boe-geroep ontving. Er ligt kracht in stilte, omdat het zelfs vandaag de dag mensen nog erg oncomfortabel kan doen voelen. Hirina’s stilte was wat mij betreft te kort om dit te bereiken. 

Beutler moest de solo voornamelijk op verhalen baseren, want – zoals staat beschreven op de website van galerie Meneer Malasch - in de jaren ’90 is het videoarchief van Stuyf en Edinoff verbrand. In Hirina’s lange monoloog komen daarom stukken tekst naar voren die als vertaalslag van choreografie functioneren. Dit gedeelte voelt afstandelijk en op dat moment kan ik de hashtag van de voorstelling niet plaatsen. Hirina zegt, “… the dancers crawling over the floor like insects.” Ik probeer me een voorstelling te maken van hoe die choreografie eruit zou zien. 

Hirina zwiept het witte, transparante gewaad over haar schouders en de rest van haar naakte lichaam en zet de roze verentooi op haar hoofd. Ze prent ons in dat tijdverspilling niet bestaat. De grote transparante doeken die achter haar hangen worden weggeschoven door andere dansers, terwijl Hirina naar achteren loopt. Ze komt in een cirkel terecht die rood omlijnt is. Hirina bevindt zich voornamelijk binnen de cirkel, maar verlaat deze ook met verschillende Martha Graham-achtige strakke bewegingen die haar een ware dansdiva doen laten lijken. 

Nicole Beutler SPRING ECHO

Rode cirkel in 5: ECHO gebaseerd op choreografie Vermiljoen 

Voor het groepswerk in 5: ECHO neemt Beutler Vermiljoen (1978) van Bianca van Dillen als uitgangspunt, waar letterlijk de rode cirkel op de vloer vandaan komt. Ter overgang van het eerste naar het tweede deel van de voorstelling wordt een rode cirkel geprojecteerd op de doeken. Hierdoor lijkt het dat er meerdere cirkels te zien zijn. 

Achter de dansers van 5: Echo worden beelden van de originele versie van Vermiljoen geprojecteerd. Als in een canon doen de dansers in neonkleurige pakjes een aantal seconden later vaak hetzelfde als de dansers op het scherm. In de originele choreografie dansen zes vrouwen rondom en binnenin een rode cirkel, terwijl in Beutlers werk drie vrouwelijke en drie mannelijke dansers te zien zijn. Ik vraag me af waarom Beutler hiervoor heeft gekozen.  

De dansers blijven bij elkaar, dansend in een cirkel. Ze bouwen minimalistische bewegingen, zoals lopen en een hopje, op naar grote sprongen met allerlei ‘curves’. De choreografie van Beutler toont duidelijk Cunningham invloeden. Ook doet de choreografie me denken aan de geometrische dansen van Oskar Schlemmer uit de jaren ’20 van de vorige eeuw. 

Nadat de beelden van de originele dans verdwijnen zien we mandala-achtige beelden die geleidelijk van kleur veranderen. Het heeft een hypnotiserend effect. Wanneer ik verveeld begin te raken, gaat het grote licht plotseling aan en zitten de dansers op hun hurken. Hun fel gekleurde outfits steken sterk af tegen de grote zilveren doeken van het decor die rondom het podium hangen. Het is alsof we vanuit 1978 pardoes zijn teruggeworpen in onze stoel in 2015.

SPRING Nicole Beutler ECHo

#tenderdance in SPRING geslaagde double bill 

Jan Martens doet een poging om een fijngevoelig zelfportret te creëren in Ode To The Attempt. Afgezien van zijn blote piemel en wat heftig taalgebruik worden we op comfortabele wijze geëntertaind. Als er een volgend zelfportret komt dan mag het van mij nog persoonlijker worden.

De tweedelige dansvoorstelling, 5:Echo van Nicole Beutler, is een eigentijdse reis door de tijd, een dansvoorstelling waarin verleden en heden met elkaar verweven zijn. Alsof ze elkaar even de hand schudden. De dansvoorstelling zelf kan ik niet teder noemen, zoals ik #tenderdance interpreteer, maar met achtergrondinformatie betreffende danspioniers Stuyf, Edinoff en Van Dillen kan ik Beutlers voorstelling zeer appreciëren. Hierdoor valt de hashtag van #tenderdance wél op z’n plaats. 

Trailer 5:ECHO

 

Meer inspiratie