Home » Reportage
Oude danseres

Voormalig showdanseres Anne (80) blijft fit met tai chi

Door: Emilie Escher. Foto's: Caro Bonink.

Anne Walsemann (80) was én showdanseres in het Parijse Lido én een van de eersten in Nederland die dansten en doceerden volgens de moderne danstechnieken van de Amerikaanse Martha Graham. Naast de dans was er ook Tai chi. ‘Dat zal ik blijven doen tot mijn graf.’

Het is nog vroeg in de ochtend. Anne, die met vierentwintig andere dames op leeftijd in een Amsterdams hofje woont, heeft de mooie tuin voor zich alleen. Geconcentreerd en langzaam doet ze haar dagelijkse Tai chi-oefeningen. Strekt zich uit naar de zon. Haar fiere houding en gratie verraden dat ze een leven vol dans achter de rug heeft. Maar ook haar manier van Tai chi beoefenen heeft iets van moderne dans. ‘Ooit zei iemand die me zo bezig zag, dat ze nog nooit iemand zo raar had zien dansen.’ 

We gaan achter in de tuin zitten. Anne woont elf jaar in het hofje en alle bewoners zijn eraan gewend dat ze elke dag Tai chi doet. ‘In het begin dachten ze: die doet maar wat, maar sinds ik de bewoners lesgeef beginnen ze het te begrijpen en krijg ik respect.’

Oude danseres

Jong en soepel

Ook buiten de muren van het hofje is haar naam bekend. Deze zomer werd ze gevraagd om in het buurthuis een zomercursus te geven aan ouderen. Een paar dagen voor ons gesprek volgde ik daar op haar uitnodiging een les Chi kung-oefeningen, nauw verwant aan Tai chi. Op een ontspannen, leuke manier leerde ik met een groep jeugdige oudere dames van Anne ‘de kraanvogel’ en andere oefeningen die je jong en soepel houden. Als je ouder wordt verharden je zenuwen, en als je je armen beweegt zoals een kraanvogel zijn vleugels, dan verzacht je de zenuwen van je schouders en krijg je ruimte. Daarnaast stimuleerden we onze energiebanen door op onze armen en benen te kloppen. ‘Oefeningen die je elke dag kan doen om lekker oud te worden,’ aldus Anne, die daar zelf het beste voorbeeld van is.

Aan die lekkere oude dag ging een spannend en veelbewogen leven vooraf. Met alles wat Anne heeft meegemaakt zou je dit blad met gemak kunnen vullen. Ze bracht haar jeugd door in een kindertehuis nadat haar vader was gestorven en haar moeder de zorg voor de acht kinderen niet aankon. Toen ze in het kindertehuis kwam wist ze direct: nu sta ik er alleen voor. Zonder dat iemand er weet van had maakte ze later schoon bij haar broer, die in ruil daarvoor haar balletles betaalde. Dansen was wat ze het liefste wilde. 

Balletlessen

Op haar negentiende vertrok ze met honderd gespaarde guldens met de boot naar Londen. Ze wilde weg. Na drie nachten bij het Leger des Heils had ze nog maar zes shilling op zak. Ze ging op een bankje in het St James's Park zitten en besloot te wachten tot er iets gebeurde. Die gedachte was zo geruststellend dat ze totaal ontspande. Op het bankje ontmoette ze een mooie, grote Ghanese man die haar meenam naar een au pair-bureau, dat haar bij een goed gezin onderbracht. En zo, binnen een paar uur, had ze van helemaal niks álles wat nodig was om het goed te hebben. De mogelijkheid om Engels te leren, balletlessen te nemen én zakgeld te krijgen!

In Ierland ontmoette ze ‘Miss Bluebell’, die haar uitnodigde om in het Parijse Lido te komen dansen, bij de Bluebell Girls. Alleen lange meisjes mochten meedoen. Ze heeft nog steeds een map met gekleurde veren van de kostuums. Terug in Nederland werd ze door danser Koert Stuyf uitgenodigd om mee te doen in zijn Contemporary Dance Company in Amsterdam, waar ze vier jaar danste volgens de Martha Graham-techniek, die haar weer zo inspireerde dat ze haar eigen studio in Den Haag begon. 

Eindeloze herhalingen

In die tijd, meer dan vijftig jaar geleden, zag ze een affiche met daarop een kleine Chinese man die stralend, met hoog opgeheven armen langs het strand liep. Zijn uitstraling was zo mooi dat ze dacht: dat wil ik ook. Hij gaf een workshop Tai chi in Duitsland; ze ging ernaartoe en het klikte. Zijn naam was Gia fu Feng. Hij leerde haar de choreografie, de bewegingen, de ademhaling. ‘Maar ik heb het zelf moeten uitvinden door eindeloze herhalingen en oefeningen. Je voelt of het goed zit.’ 

Eén keer in de week neemt ze een dag vrij en gaat ze lopen en zwemmen buiten de stad. ‘Maar dan,’ zegt Anne, ‘kan ik niet wachten totdat ik de volgende morgen weer kan beginnen met Tai chi. Elke keer leer ik weer bij. Heerlijk. Ik blijf dit gewoon lekker doen tot het graf.’

Dit artikel is al eerder verschenen in ons andere blad Yoga Internationaal nr. 5 2018.

Meer inspiratie